DEEL 8:
PAPENDRECHT EN ZIJN DIJKDOORBRAKEN EN HOE MEN DE VOETEN DROOG HIELD

Door H.W.G. van Blokland-Visser

NB.
erOp www.geocaching.com:

GC5E01N Papendrechtse Wielen en Walen 1: 't Waaltje
GC5ECYW Papendrechtse Wielen en Walen 2: Het Nanegat
GC5E3W4 Papendrechtse Wielen en Walen 3: Huis te Merwe
GC5DKFB Papendrechtse Wielen en Walen 4: De Grote Waal

BESTUREN IN DE ALBLASSERWAARD EN DE DIJK EN POLDERBODE


Nadat rond tussen1100 en 1250 de eerste stukken land in de Alblasserwaard in cultuur werden gebracht, ontstond meteen de behoefte om deze kwetsbare gebieden te besturen.
Men stond voor de zorg van een goede afwatering en bedijking van het nieuwe land.
In1277 werd eerst het waterschap "DE NEDERWAARD" opgericht en werd in 1365 uitgebreid door Dirk III van Brederode met het waterschap "DE OVERWAARD"
Het bestuur kwam in handen van het Hoogheemraadschap, dat ook verantwoordelijk was voor het onderhoud van de dijken van de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden. Het bestuur bestond uit een Dijkgraaf en 13 Heemraden.
Iedere polder had weer een eigen polderbestuur dat werd aangesteld door de ambachtsheer. (deze polderbesturen hebben bestaan tot 1 januari 1973)

DE DIJKBODE VAN DE ALBLASSERWAARD IN PAPENDRECHT
De dijkbode was een gezworen persoon in vaste dienst van het dijkcollege ,,Het Hoogheemraadschap van de Alblasserwaard" en had de bevoegdheid van een deurwaarder en veldwachter.
In de Alblasserwaard had men twee dijkbodes van wie er een in Papendrecht moest wonen (deze had geen dienstwoning).
De andere dijkbode woonde in Ameide. Hij was tevens de kastelein van het logement van de Heren van het dijkcollege van de Alblasserwaard en woonde in het logement.
De dijkbode droeg als teken van zijn waardigheid een BODEBUS, van koper gemaakt en met het wapen van en de naam Alblasserwaard erop. De bodebus was eigendom van het Hoogheemraadschap van de Alblasserwaard. (is nog in het bezit van het Hoogheemraadschap)
pdrecht4_01_wapen_bodebus.jpg (30406 bytes) (afb. - De bodebus die werd gedragen door de dijkbode van het Hoogheemraadschap Alblasserwaard. Foto archiefdient Gorinchem)
De dijkbode in Papendrecht had de bevoegdheid tot controle van de dijken vanaf de Schelluiner stoep, waar de dijk van de Alblasserwaard begon, langs de Merwede neerwaarts tot het logement van de heren watergraaf en waterheemraden van de Overwaard in het Elshout onder Nieuw Lekkerland.
De dijkbode uit Ameide had bevoegdheid vanaf de Elshout en de controle langs de Lek bij de sluizen van Ameide, waar de hoge Lekdijk van de Alblasserwaard eindigde.
Ook de binnenwegen en de schouwbare wegen vielen onder hun controle.
Zij brachten de brieven en publicaties van het dijkcollege rond in de dorpen aan de schouten.
Hun verdiensten bestonden in 1673 uit een salaris van f 250,- per jaar.

DIJKBODE CORNELIS WAPPEROM ANNO 1640 TE PAPENDRECHT
Op 27 maart 1640 verscheen in het veerhuis te Papendrecht, Cornelis Wapperom Adriaans de dijkbode van de Alblasserwaard, om daar namens het Hoogheemraadschap de voorwaarden te noteren voor het werk aan de Veersloot en alle gaten te dichten van de Veerweg van Papendrecht naar Oud Alblas.
Het werk werd door de Heer van Papendrecht aanbesteed.(Heer Adriaan v Muylwijk)
voor de som van f 72,- inclusief een half vat bier van f 2,-.

De functie van dijkbode was vaak een familie aangelegenheid, die men tot hoge ouderdom behield. Vaak verving een zoon de vader in functie en volgde vader op, hoewel daarop geen aanspraak gemaakt kon worden.
De familie WAPPEROM uit Papendrecht zou 150 jaar in functie zijn als dijkbode, later als dijkopzichter in de Alblasserwaard.
De oudst bekende dijkbode in Papendrecht was:

CORNELIS WAPPEROM ADRIAANZ Dijkbode v/d Alblasserwaard (1640/1655).
JASPER WAPPEROM CORNELISZ Dijkbode v /d Alblasserwaard (1655/1676).
ADRIAAN WAPPEROM JASPERZ dijkbode van de Alblasserwaard.
1676 neemt het waar voor zijn vader wegens zijn hoge leeftijd deze overlijdt in 1682 en Adriaan werd pas in 1682 officieel aangesteld als dijkbode.
TEUNIS WAPPEROM JASPERZ Dijkbode van de Alblasserwaard (1720).
1720 het over van zijn grootvader Adriaan Wapperom Jaspersz.
Hij was ook aannemer van dijkwerken.
JAN WAPPEROM TEUNISZ Dijkbode van de Alblasserwaard.
In 1765 verdiende de dijkbode f 500,- per jaar.

DE POLDERBODE EN HET POLDERBESTUUR
Iedere polder had in de Alblasserwaard een eigen bestuur. Het polderbestuur bestond uit traditionele mannen van goede afkomst met eigen grond. Elke polder had een eigen polderbode.
Deze polderbode moest goed en waardig herkenbaar zijn. Hij mocht gratis reizen en had een bepaalde onschendbaarheid, die in de 17e en 18e eeuw een belangrijk mens was die gerechtigd was om de omslag te innen (belasting) en mede toezicht te hield op het reilen en zeilen binnen de heerlijkheid en de polder.
pdrecht4_01_polderbode.jpg (20884 bytes) (afb. - Bodebus van de polderbode. Polderbestuur Nieuw-Lekkerland. Gemaakt voor Teunis de Leeuw Nijsz geb 1750)

DE BODEBUS
In de middeleeuwen vervoerden de bodes van de overheid de stukken die ze moesten overbrengen in een koperen ronde bus aan hun gordel. De brieven van perkament opgerold in de bodebus, op die bus zat een schildje van de stad of plaats waar de bode vandaan kwam.
De bodebus werd vervangen door een teken van waardigheid toen de papieren niet meer vervoerd werden in een bus. De bode kreeg een teken van waardigheid met het wapen van de stad, dorp of streek bestuur waar de bode bij in dienst was. De ambtsketen werd bode bus genoemd gemaakt van koper of zilver.
In de Alblasserwaard zijn er twee bewaard gebleven:
De bodebus van de Alblasserwaard met wapen (in bezit van het Hoogheemraadschap).
De zilveren bodebus van het polderbestuur van Lekkerland is al 200 jaar in de familie de Leeuw en de Jong.

In 1791 werd de bodebus gemaakt door de Goudse zilversmid Philip Wilhelm Francen, voor TEUNIS DE LEEUW NIJSZ Polderbode van Nieuw Lekkerland in 1755. Zoon van herbergier en molenaar Nijs de Leeuw Cornelisz en Anna Burggraaf Barents.
Net als de dijkbode bleef de functie van polderbode in de familie de Leeuw te Nieuw-Lekkerland.
Teunis werd als polderbode opgevolgd door zijn zoon nadat hij adjunct dijkopzichter van het Hoogheemraadschap van de Alblasserwaard was geworden.
NIJS DE LEEUW TEUNISZ Polderbode van Nieuw Lekkerland in 1787.
TEUNIS DE LEEUW NIJSZ Polderbode van Nieuw Lekkerland in 1825.
Hij neemt de functie over van zijn vader.
Het polderbestuur onder leiding van voorzitter A.Heynis was eenparig van oordeel dat Teunis de Leeuw als zeer geschikt voorkomt voor de functie van polderbode. (het polderbestuur vergaderde in het polderhuis van Pieter de Leeuw)
De bodebus komt in bezit van:
1e Geertruy v/d Wal-de Leeuw (geb:1847). 
2e Maria de Jong- van de Wal (geb:1876).
3e Jan de Jong (geb 1912) hij was de laatste bezitter van de bodebus.

WIELEN OF WALEN TE PAPENDRECHT
De benaming voor een overblijfsel na een dijkdoorbraak en de daardoor ontstane kolk of waai wordt een wiel of waal genoemd. Veel mensen denken dat het een soort meertjes zijn en realiseren zich niet wat zich hier heeft afgespeeld waardoor een dergelijk wiel ontstond.
In Papendrecht zijn er nog 4 te vinden waarvan er 3 een waal wordt genoemd en 1 een wiel.
Er waren er vroeger veel meer maar deze zijn in de loop der jaren verdwenen. Op oude kaarten staan zij vaak nog wel aangegeven o.a. op de kadasterkaart van Papendrecht uit 1832.
Papendrecht had toen 9 walen, waarvan er 4 zijn overgebleven.
De vier die er nog zijn:
- 'T WAALTJE, Oosteind, naast oude boerderij nr. 152.
- GROTE WAAL, Visschersbuurt, onder de brug naar Dordrecht.
- KLEINE WAAL, Bosch, bij het bejaarde huis.
- NOORHOEKSE WIEL, Hogendijk, bij het park.
Verdwenen walen in Papendrecht o.a.:
- Oost v/d Schoorweg.
- West v/d Grote kerk.
- West v/d Edelweisslaan.
Over het tijdstip van ontstaan van de walen is niet veel bekend. De vroegere geschiedschrijving meldt wel de grote overstromingen en de schade aan de dijken, maar niet of er een waal was ontstaan.
Alleen van het ontstaan van de Grote Waal werd melding gemaakt 1 november 1570 bij de Allerheiligenvloed.
De meesten zijn van voor 1600. De Grote en Kleine Waal staan al afgebeeld op een kaart van Papendrecht uit 1572.
Vaak ontstonden de walen bij een dijkdoorbraak in de zwakke plekken in de dijk bij een overstroming.
Zo'n dijkdoorbraak had ook weer verschillende oorzaken, stormvloed, hoog water, springtij, ijsdammen.

Zwakke plekken in de dijk waren de kwelbanen. Dat zijn ondergrondse zandige banen die onder de dijk doorlopen waardoor bij hoogwater in de rivier het slootwater heel hoog kwam te staan aan de binnenkant van de dijk.
Deze sloten ook wel bronsloten of welsloten genoemd, kunnen de oorzaak zijn van uitholling van de dijk.
Wanneer nu het binnen water laag was en het water in de rivier zeer hoog gaven deze kwelbanen veel water het zogenaamde ,,springen,, waaruit het water met kracht omhoog springt terwijl het zand met zich meevoert.
Dit zand werd aan de buitenkant en onderkant weg geperst, waardoor de voet van de dijk werd uitgehold en verzwakt, en bij zware druk van hoogwater gemakkelijk doorbrak.
Bij de walen treffen we vaak deze welsloten aan. Ze bevriezen nooit, want het water heeft de constante temperatuur van 6 a 7 graden. Ze zijn te herkennen aan het gelige zand bij het begin van zo'n sloot. Het waren ideale plaatsen om een boerderij naast te zetten. Bij hoog water verkleurde deze sloten, zodat de mensen gewaarschuwd waren voor e.v.t overstroming.

HET ONTSTAAN VAN EEN WAAL
Bij het stuk van de dijk waar het water met grote kracht door de breuk heen kwam, vormde zich dan een kolk of waai in een diep gat, waarin de waterinhoud werd rondgedraaid.
De rivier zette daarna een grote hoeveelheid zand en slib af op het land achter de dijk. Een groot stuk cultuurland kon op deze wijze plotseling bedekt worden door een grote laag slib en zand.
Wanneer het water dan weer gezakt was, viel er een barre zandvlakte droog, met grote gevolgen voor de eigenaar van het land.
In de loop der tijd werd het land weer in cultuur gebracht en ontdekte men dat deze zandgrond geschikt was voor tuinbouw en boomgaarden. Rondom de walen ontstond dan ook veel tuinbouw / kwekerijen.
Op 1 november 1570 de Allerheiligenvloed waren de grootste dijkdoorbraken in Papendrecht.
(Springtij en stormvloed waren de oorzaak) Er was een gat geslagen van ca 160 meter breed (40 roeden) bij de Grote Waal.
pdrecht4_01_grwaal.jpg (150902 bytes) (afb. - Nanegat/Na 't gat te Papendrecht, links kaart uit 1664, onder kaart uit 1832)

NA'T GAT / NANEGAT
Was het gat te groot dan legde men de nieuwe dijk aan de binnenkant van het gat en zo kreeg een stuk dijk in Papendrecht de naam Na't Gat / Nanegat en zo ontstonden dan de bochten in de dijk. Na verloop van tijd slibde het gat aan de buitenkant weer dicht. Men hoogde het stuk op of het bleef een griend.
Aan deze dijkdoorbraken dankt Papendrecht enkele opgehoogde wielen buitendijks:
- NANEGAT (Industrie terrein)
- HUIS TE MERWE (Visschersbuurt)
- 'T ZAND (Kraaihoek/Bosch)
Een waal was meestal erg diep zo,n 15 tot 20 meter met aan een kant een steile wand waarop bijna geen plantengroei en ook geen waterplanten groeiden omdat het wiel te diep is.
Een omwonenden voelen zich vaak verbonden met een waal;
Het heeft iets geheimzinnigs. Zo vertelde een omwonende eens dat als het slecht weer was en het water stond hoog in de rivier toen het water in de waal een gele gloed kreeg , men was dan gewaarschuwd ,,Pas op het water".
Verder leende een waal zich natuurlijk voor allerlei doeleinden. Vroeger haalde men er zijn water en deed men daar de was. Het was ook een bron van vermaak b.v. zomers werd erin geroeid, gezwommen, gevist en in de winter geschaatst.

pdrecht4_02_grwaal.jpg (126616 bytes)
(de Grote Waal anno 1832, Papendrecht)
pdrecht4_03_grwaal.jpg (22232 bytes)
(de Grote Waal, Papendrecht)
(Merwede-Vissersbuurt Grote Wiel)

DE GROTE WAAL TE PAPENDRECHT
Deze waal komt al voor op een kaart uit 1572 en is gelegen in de Visschersbuurt, onder de brug over de Merwede en is eigendom van het Hoogheemraadschap van de Alblasserwaard.
De in 1965 gebouwde brug staat met haar pijlers in de Grote Waal. Vroeger was deze waal veel groter, dit is de enige waal waarvan bekend is wanneer het is ontstaan en wel bij de Allerheiligenvloed op 1 november 1570. Er werd 160 meter(40 roeden) dijk weggeslagen. Het werd daarna vele malen als hulpgat gebruikt.
Bij de watersnood 1 februari 1953 begaf de dijk het hier ook bijna. Om de dijk te versterken werd de waal gedeeltelijk volgespoten en aan de binnenkant van de dijk werd nog meer versterking aangebracht. De waal werd daardoor een stuk kleiner.
Bij de bouw van de brug is naar Dordrecht in 1965 is er nog meer van het oorspronkelijke karakter verloren gegaan.
De laatste particuliere eigenaar van de Grote Waal was Mels van Wijnen, die het visrecht verpachtte. Iedere eigenaar van een waal mocht dit verpachten als viswater, maar menig Papendrechter heeft er wel eens illegaal in gevist. Je kon er van alles vangen, zoals snoek en brasem. Voormalig pachter v/d Hoven uit Giessendam haalde er met grote netten altijd veel vis uit.

pdrecht4_01_klwaal.jpg (21846 bytes)
(Het Noordhoekse Wiel te Papendrecht; Park Noordhoekse Wiel in Wijk de Molenvliet met daarin het oude Noordhoekse Wiel)
pdrecht4_02_klwaal.jpg (153764 bytes)
(Het Noordhoekse Wiel te Papendrecht; met de Hoge Molen en Lage Molen, kaart uit 1832l)
pdrecht4_03_klwaal.jpg (173822 bytes)
(Het Park Noordhoekse Wiel te Papendrecht)

NOORDHOEKSE WIEL TE PAPENDRECHT
Deze waal en ligt aan de Hoogendijk en is eigendom van de Gemeente Papendrecht. Deze waal is de enige in Papendrecht die ,,Wiel" wordt genoemd.
In 1824 was de stad Dordrecht er de eigenaar van. Het viswater werd toen verpacht voor 4 jaar voor de som van f 2,- per jaar. De pachter diende zich wel aan de voorgeschreven bevissing te houden.
Hij mocht met viswant en vistuig vissen, maar moest zich ook aan de verbodstijd van bevissing houden.
Een pachter uit Dordrecht was in 1824 Teunis van Wijngaarden, opzichter in de stad Dordrecht.
De bebouwing van de Hoogendijk liep vroeger tot deze waal. Nu loop er de Burgemeester Keijzerweg langs en is het gebied rond de waal een park aangelegd,,Het Noordhoekse Wiel,,

pdrecht4_04_klwaal.jpg (178126 bytes)
('t Waaltje Oosteind, Papendrecht;
links jaren 1960, onder kaart 1832
)
pdrecht4_05_klwaal.jpg (52828 bytes)
(het Oosteind met 't Waaltje te Papendrecht, in de jaren zestig)

'T WAALTJE TE PAPENDRECHT
't Waaltje (Oosteind) was in 1985 nog in bezit van Dhr H.C. Visser uit Rotterdam, kleinzoon van de Laatste Vrijheer van Papendrecht. Dhr. G van Es tabakshandelaar te Rotterdam die de Heerlijkheid van Papendrecht kocht in 1901 en overleed in 1948.
Wie een lucht foto van dit gebied bekijkt ziet dat het echt ronde waal is, gelegen tussen de dijk en de Tiendweg.
Het waaltje ligt pal naast de oude boerderij Oosteind nr. 152 (nu in bezit van familie Korteland).
In een testament uit 1719 van de dijkbode Adriaan Wapperom wordt het gebruik van het waaltje beschreven, o.a. voor het doen van de was en om er water uit te halen.
Deze waal werd in vroeger tijd vaak gebruikt als hulpgat na een watersnood.
Rondom dit waaltje is veel tuinbouw ontstaan en er stonden voorheen veel kassen van het voormalige tuincentrum 'tWaaltje van de familie Verdoorn.

pdrecht4_06_klwaal.jpg (111821 bytes) (afb. - De Kleine Waal anno 1832 Papendrecht)

DE KLEINE WAAL TE PAPENDRECHT
De Kleine Waal komt al voor op een kaart uit 1572 en ligt in het Bosch. Eigenaar van deze waal is de gemeente Papendrecht.
Wat er nog van over is, ligt pal naast het nieuwe bejaardencentrum ,,Waalburcht".
Het was van oorsprong veel groter, met veel knotwilgen en riet er langs.
Door de grond samen stelling was er ook hier veel tuinbouw rond deze waal en veel boomgaarden. (hiernaar is de Boomgaardstraat genoemd).
Vroegere eigenaar van deze waal was de familie van Dalen, die met hun boerderij onder aan de dijk stond bij de waal. (toen Bosch 26).
In 1824 was de stad Dordrecht eigenaar van deze waal, die het verpachtte voor de tijd van 4 jaar voor f 2,- per jaar aan Jan van de Graaf Huigz, van beroep rietbaas.
Bovenaan deze waal stond vroeger het gemeentehuis van Papendrecht, dat later in gebruik was als badhuis.
Dit werd afgebroken om plaats te maken voor het bejaarden huis ,,De Klein Waal,,.

(C) Papendrecht februari-maart 2009 H.W.G. van Blokland-Visser.