DEEL 3: PAPENDRECHT EN VISSER & SMIT EN SCHOTEL: DRINKWATERMAKERS UIT DE DRECHTSTREEK door H.W.G. van Blokland-Visser |
|
(Sinds kort is het archief nr 546 voor iedereen ter
inzage dit bevat akten /foto's enz vanaf 1868; |
|
1. GEBROEDERS VISSER UIT PAPENDRECHT DE WATERTOREN IN DORDRECHT. | |
BOUW VAN DE WATERTOREN TE
DORDRECHT 1881/1883 GEMEENTELIJKE RIVIERWATERLEIDING LOKATIE: Het gors ,,De Staart,, direct aan het Wantij HOOGTE: 33 meter HOOGRESERVOIR: Op 24 meter reinwaterreservoir inhoud 500m3 GELIJKVLOERS: 2 machines met ieder een capaciteit van 220m3 per uur voor de reinwaterpompen/240m3 per uur water uit de bezinkvijver naar de filters pompen KELDER: Reinwaterkelder opslag gefilterd water FUNDERING: 350 heipalen van 14 meter lengte KETELHUIS: 2 stoomketels KOSTEN BOUW WATERTOREN EN KETELHUIS: f 95.726,- BEGROTING AANLEG GEHELE WATERLEIDING: f 475.000,- werd f 535.000,- AANBESTEDING: 27 december 1881 te Dordrecht HOOGSTE PUNT: 18 augustus 1882 1E WATER UIT DE KRAAN: 1 november 1883 AANTAL CONTRACTEN WATERGEBRUIK: Per 31 december 1883 waren er 2667 contracten voor watergebruik voor 2939 woningen |
|
(Afb. 1. Ontwerp watertoren te Dordrecht 1881) | |
Het is ruim 125 jaar geleden dat
op 27 december 1881 te Dordrecht de aanbesteding werd gehouden voor de
bouw van een watertoren en het ketelhuis voor een hogedruk waterleidingnet
in Dordrecht. De totale aanleg van het waterleidingnet, watertoren,
ketelhuis, reinwater kelder en bezinkvijvers was begroot op f 475.000, -
en zou uiteindelijk f 535.00,- gaan kosten. De opdrachtgever was de
Gemeente Dordrecht. Het besluit tot de aanleg van deze waterleiding werd
op 15 maart 1881 in de gemeenteraad genomen. Het ontwerp van de watertoren
en ketelhuis was van de directeur gemeente werken van Dordrecht Dhr J.A.
v/d Kloes. Het werk diende op 15 februari 1883 te worden opgeleverd mits weersomstandigheden dit toelieten. Door allerlei problemen werd het werk pas op 15 november 1883 opgeleverd. |
|
Voor dit werk schreven zich 11 aannemers in: | |
L. de Rooy uit Den Haag f 138.900,- C. Meyers uit Den Haag f 125.990,- W. Boomstra uit Moordrecht f 119.800,- N. Klaus uit Dordrecht f 109.989,- P. Verbrugge uit Waddinxveen f 108.632,- Jan Visser Gerritz uit Papendrecht f 95.726,- |
W. Lammers uit Strijen f
129.458,- Jan Smit 3 uit Slikkerveer f 119.800,- H. Degens uit Dordrecht f 114.875,- Wed. G. Camesi en Co uit Rotterdam f 109.800,- H. Stelwagen uit Rotterdam f 104.100,- |
(Afb. 2. Rekening Gemeente Dordrecht uit 1882: Debet aan Jan Visser Gz te Papendrecht.) | |
Op woensdag 28 december 1881 werd
in de Dordrechtsche Courant verslag gedaan van de aanbesteding. Het werk
was gegund aan aannemer/architect Jan Visser Gz. uit Papendrecht, die
namens de Gebroeders Visser aannemers te Papendrecht had ingeschreven. J. A. v/der Kloes, directeur gemeente werken te Dordrecht had de algehele leiding over het werk, samen met bouwkundig opzichter Ir J. Meijjes JWz. uit Amsterdam en opzichter Dhr Leeflang. De problemen begonnen op het werk toen v/d Kloes in juni 1882 halverwege de bouw een baan aannam aan de T.H. te Delft. Bouwkundig opzichter op het werk, Ir.Meijjes, kon de problemen niet aan. v/d Kloes probeerde per brief te bemiddelen tussen de twee aannemers van het werk. Jan Visser had de bouw van de toren en ketelhuis aangenomen en Bouterse had bouw van de bezink vijvers aangenomen. In maart 1882 was er een aanbesteding gehouden voor de aanleg van de bezink vijvers. Ook daarvoor had aannemer Jan Visser zich ingeschreven en was met f 88.400, - de laagste inschrijving. Hij had al allerlei onderzoek gedaan naar nieuwe methodes van waterzuivering. De Gemeente vond deze prijs te hoog en er kwam een herbesteding waarbij aannemer Bouterse de laagste inschrijving had. Aannemer Jan Visser voorzag allerlei problemen met deze aannemer Bouterse en zag ook dat deze zich niet aan het bestek hield, waardoor het werk in de problemen kwam. Jan Visser waarschuwde v/d Kloes en kwam met andere voorstellen. Deze werden afgedaan als moeilijk gedrag. Het werk kwam stil te liggen en men verhinderde elkaar het werken. Een extra bijvoegsel van de Dordrechtsche Courant van 31 januari 1883 gaf inzicht in de problemen. Het gehele werk liep 6 maanden vertraging op. Het eerste drinkwater kon op 1 november 1883 worden geleverd. Toen het werk klaar was bleken er diverse fouten te zijn gemaakt. Aannemer Bouterse kreeg een deel van de aanneemsom niet uitbetaald en de fouten moesten worden hersteld. Aannemer Jan Visser werd in het gelijk gesteld. |
|
ONTWERPER VAN DE TOREN WAS JACOBUS ALIDA VAN DER KLOES. |
|
Deze werd op 4-6-1845 geboren in
Doesburg en in juni 1873 directeur gemeente werken van Dordrecht, hij was
toen 28 jaar. Hij vestigde zich vanuit Bolsward met zijn vrouw Clasina
Jacoba Brouwer (geb:1848 te Bolsward) aan de Lange Kromhout E 271 te
Dordrecht. In juni 1882 veranderde hij van functie en werd hij leraar aan de Polytechnische School te Delft. (de voorloper v/d Technische Hogeschool te Delft). Bekend zijn de door hem geschreven boeken ,,Bouwmaterialen 1 en 2,, Op 1 augustus vertrekt hij vanuit Dordrecht met zijn gezin naar Vrijeban. |
|
EEN GROOT WERK | |
Het was een groot werk. Als locatie
werd gekozen voor het gors ,,De Staart,, eigendom van de stad Dordrecht,
direct naast het Wantij. De toren werd 33 meter hoog. De kelder was de
reinwater kelder waar het gefilterde water werd verzameld. Op de begane
grond was de machinekamer waar twee stoommachines kwamen te staan voor de
pompen van het reinwater en het water uit de bezinkvijvers. Daarboven waren in de verdiepingen 5 woningen gebouwd voor de machinisten en stokers. Bovenin op 24 meter hoogte was het reinwaterreservoir. Naast de toren stond het ketelhuis voor de stoomketels. Door de drassige grond moesten er o.a. 350 palen worden geheid van 14 meter lengte. Door gebrek aan voldoende heistellingen huurde Jan Visser Gz. extra materieel in van Arnoldus Jan Schouten, aannemer te Alphen, geboren 1845 te Dordrecht.(kleinzoon van de bekende scheepsbouwer Jan Schouten te Dordrecht). Waarmee hij bij meerdere grote werken had samen gewerkt. Zoals het grote uitwateringsgemaal in Katwijk aan Zee in 1880. Het aannemersbedrijf Gebroeders Visser werd in 1868 te Papendrecht opgericht door hun vader Gerrit Visser Meesz.(1812) en bouwde door heel Nederland stoomgemalen, watertorens, havenwerken, scholen enz. In 1900 werd het omgezet door Martinus Visser Gz.(1845 Papendrecht) in Visser en Smit. Het bedrijf bestaat nog steeds als onderdeel van Koninklijke Volker Wessels Stevin in Papendrecht. |
|
HET HOOGSTE PUNT WERD BEREIKT IN AUGUSTUS 1882. | |
In augustus 1882 werd het hoogste punt bereikt van de watertoren. Om dit heugelijke feit te vereeuwigen kwam de fotograaf langs om daar een opname van te maken. | |
(Afb 3. Foto van de watertoren bij het bereiken van het hoogste punt augustus 1882 (DI 891 Stadsarchief Dordrecht)) | |
Het werkvolk staat
boven op de toren en op de steigers. Midden voor het gebouw staat links bouwopzichter J. Meijjes en rechts aannemer Jan Visser Gerritz. met hoge hoed en baard. Daarboven in de steiger zijn broer Adriaan Visser Gz en rechts bij de steiger man met baard en hoge hoed zijn broer Mees Visser Gz op het dak staan tussen het werkvolk de andere broers Pleun en Martinus Visser Gz |
|
ROEP OM SCHOON DRINKWATER NA CHOLERA EPIDEMIE IN 1866 | |
In 1848 constateerde John Snow na
de grote uitbraak van cholera in Londen dat er een verband stond tussen de
cholera en het drinken van verontreinigd drinkwater. En dat de mensen die
gefilterd drinkwater dronken, minder cholera kregen. Pas in 1882 werden de
veronderstellingen van John Snow bevestigd door Pasteur en Koch die de
cholera bacil ontdekten. De aanleg van het waterleidingnet komt in Nederland pas laat van de grond. Naast het gebrek aan particuliere investeerders speelde ook de Nederlandse wetgeving hier in een rol. In 1851 kwam door de Gemeentewet de mogelijkheid voor gemeenten zelf een waterleiding aan te leggen. In 1850 hadden grote steden in de ons omringende landen al een drinkwaterleidingnet. In Nederland was dat pas in 1854 toen de 1e waterleiding in gebruik werd genomen in Amsterdam, aangelegd met Engels kapitaal. Na de grote cholera epidemie in 1866 bleek dat er in Amsterdam aanmerkelijk minder mensen ziek waren geworden van de cholera door het hebben van een waterleiding en werd er van uit het Rijk een onderzoek ingesteld naar de steeds terugkerende epidemieën, veroorzaakt door besmet drinkwater. Het onderzoek richtte zich op de kwaliteit van het drinkwater in Nederland. In 1868 werd het rapport uitgebracht, wat veel heeft bijgedragen tot de aanleg van waterleidingen en daardoor schoon drinkwater. Daarna durfden particulieren te investeren in publieke waterleidingen. Toch gaat dat allemaal heel langzaam. In de steden lukt dit niet en besluiten de na voorstellen van diverse gemeente raden om zelf een waterleiding aan te leggen. In Rotterdam kwam deze in 1874. De watertoren was het ontwerp van directeur gemeentewerken Gr.B. van der Tak. In 1881 volgde Dordrecht met het aannemen van een voorstel tot de aanleg van een drinkwaterleidingnet. |
|
In1866 sloeg de cholera weer
toe in Dordrecht. Op 12 juli 1866 staat in de Dordrechtsche Courant het volgende: Nog vers liggen de treurige zomerdagen in ieders geheugen toen na een afwezigheid van vele jaren (de laatste uitbraakt van cholera was in 1859) de vreselijke cholera zich wederom in onze stad heeft vertoond. Om doelmatig treffende hulp ten behoeve van de choleralijders te verlenen roept Ds. M.A.Perk op voor een vergadering bij hem aan huis. De cholera had in Dordrecht enorm huis gehouden op een bevolking van 24.000 inwoners waren er 400 doden te betreuren. Vooral in bepaalde wijken in het lagere deel van de stad bij de Marienbornstraat, Kromme Elleboog, bij de Nieuwkerk, met de open stinkende grachten zonder riolering en schoondrinkwater vielen de meeste slachtoffers. Er werd een commissie in het leven geroepen op voorstel van Ds. M.A.Perk voor hulp aan de noodlijdende bevolking in Dordrecht ten gevolge van de cholera. Deze cholera commissie bestond uit 12 personen die zich in 1866 op de foto lieten zetten |
|
(Afb. 4. De cholera commissie te
Dordrecht in 1866: zittend v.l.n.r. L. Masion koopman,
H.G. Long Epee winkelier, Ds. M.A. Perk (voorzitter) Waals
predikant (vader van de dichter Jaques Perk), Mr.W.van der Elst
(secretaris) advocaat, Simons Zadoks Philipz (penningmeesters) Joods
bankier. |
|
Na deze ramp voor Dordrecht werden
al gauw maatregelen genomen en de riolering en de zorg voor schoon
drinkwater werden aangepakt. Het zou echter tot 1 november 1883 duren eer dat in Dordrecht schoon drinkwater uit de waterleiding kon stromen. In 1885 was 80 % van Dordrecht aangesloten op de waterleiding. In 1872 werd het 1e voorstel gedaan voor het aanleggen van een waterleiding. In 1878 volgden een 2e voorstel gedaan door de heren van Enthoven en van der Made. Het gemeente bestuur ging niet eens op het voorstel in. In 1879 drong de Vereniging tot bevordering van de volksgezondheid aan op de aanleg en exploitatie van een waterleidingbedrijf dat in bezit van de Gemeente Dordrecht zou komen. Er werd een onderzoek gedaan door de directeur gemeente werken van Dordrecht Dhr Jacobus A.v/d Kloes. Deze werd daarbij geadviseerd door Ir.A.G. de Geus werkzaam bij de waterleiding te Amsterdam. Op 31-1-1881 werd hun rapport bij de gemeenteraad ingediend . Op 15 maart 1881 kwam het voorstel voor de aanleg van een waterleiding in de raad. Het voorstel haalde het maar net, met 10 stemmen voor en 8 stemmen tegen. Het totale werk werd begroot op f 475.000,-. 125 jaar geleden werd begonnen met de bouw van de watertoren in Dordrecht .Het gebouw staat er als een waterfort daar aan het Wantij, een symbool voor gezond leven door schoon drinkwater voor de bevolking van Dordrecht. |
|
Op een van de muren van de
watertoren is een gedicht over water gebeiteld: DE VIJAND VAAK DE SCHRIK VAN NEERLAND'S LAGE GRONDEN. HEEFT HIJ DIT HUIS BETREEN. VERTREKT ALS WELDOEND VRIEND VAN ZIEKEN EN GEZONDEN, EN RICHT NAAR DORDT ZIJN SCHREEN. Wie straks dit oude waterhuis zal betreden als het is omgetoverd tot hotel en restaurant en weer hersteld is in oude glorie zal genieten van het uitzicht over het Wantij en de Merwede. |
|
(Watertoren te Dordrecht, 1882-1883, gebouwd door de Gebrs. Visser te Papendrecht) |
(C) Papendrecht augustus 2008 H.W.G. van Blokland-Visser Frans Halsstraat 18 3351VE Papendrecht hwg.blokland-visser@ziggo.nl