DEEL 11: Door H.W.G. van Blokland-Visser |
DE 3 MOLENS UIT HET WAPEN VAN PAPENDRECHT
INLEIDING
Dit is een overzicht van gegevens die ik in de loop der jaren bij elkaar heb
verzameld zonder er intensief onderzoek naar te doen in o.a. notariële
archieven.
Veel gegevens haalde ik uit het boek "Papendrecht Dorp aan de
Rivier" geschreven door mijn oom Drs. H.A.Visser uit Papendrecht en het
boekje "De 2 watermolens van Papendrecht" door G v/d Beemt
n.a.v. het opgraven van de 2 funderingen van de 2 watermolens in 1970.
Dit heb ik aangevuld met een genealogisch overzicht van
De korenmolenaars familie Rijshouwer.
Het is een opzet om voor een ieder verder onderzoek te doen en aan te vullen.
Historica-schrijfster H.W.G. van Blokland-Visser, Frans Halsstraat 18, 3351VE
Papendrecht.
Emailadres: hwg.blokland-visser@ziggo.nl
DRIE MOLENS VAN GOUD OP EEN BLAUWE ACHTERGROND
(afbeelding 1 - Het Gemeentewapen van Papendrecht)
Drie molens van goud op een blauw achtergrond, dit werd op 24 juli 1816 het
officiële wapen van Papendrecht.
Een raadsel blijft waarom Papendrecht niet het wapen van de eerste Heren van
Papendrecht, de Ridders van BREDERODE, heeft genomen die vanaf 1251 over een
prachtig wapen beschikten.
"De Klimmende Leeuw van Holland", van oorsprong afkomstig van de
Schotse koning William the Lion in 1201.
Ook het wapen van de familie Oem uit Dordrecht, die heren en vrouwen van
Papendrecht waren vanaf 1465 tot 1580 zou een mooi wapen geweest zijn.
Het kan te maken hebben met het feit dat de Heerlijkheid van Papendrecht in 1816
bezit was van de stad Dordrecht (sinds 1742), en er geen binding meer bestond
met een Heer van Papendrecht.
Het wapen van Papendrecht kan symbool staan voor de 3 typen molens die er in
1816 in het dorp stonden.
1e De twee watermolens bij Noordhoek
2e De korenmolen in de Kerkbuurt
3e De trasmolen aan de Veerdam
Jammer genoeg zijn al deze molens verdwenen, alleen de opgeknapte fundamenten
van de
(afbeelding 2 - Een kaart uit 1767 van Patendrecht met de 3
verschillende soorten molen. Links de Watermolen 'De Hooge Molen' (langs de
Burgem. Keyserweg)) / 'De Laage Molen' ( bij de achterdijk park Noordhoekse
wiel; Midden de Trasmolen 'De Ruyter' (aan de Veerdam bij het Veer); Rechts de
Korenmolen 'De Hoop' (Kerkbuurt 120))
1e | HOGE WATERMOLEN langs de Burgemeester Keyzerweg. Je moet goed zoeken om het te zien, en sedert 2010 staat er een bordje bij met een vermelding van wanneer en waarvan deze fundamenten van zijn. |
2e | LAGE WATERMOLEN op de hoek van de achterdijk en wandelpad in het park Noordhoekse wiel waar de funderingsresten weer zijn opgebouwd op verzoek van de wijkvereniging Molenvliet. Deze liet ook een klein exemplaar van een watermolen maken en plaatste die aan de Noordhoekse wiel. Als herinnering aan de 2 molens die daar in 1870 stonden en de voeten van Papendrecht droog hielden. |
UITVINDING VAN EEN WATERMOLEN
In ca. 1400 ging het gerucht dat in de Lage Landen van Holland een molen was
getimmerd in het dorp Groet aan de kust ten noorden van Alkmaar.
Deze molen liep op windkracht en kon water opmalen. De molen was uitgevonden
door Floris van Alkemade en Jan Grietenz.
Overal uit Holland kwamen bestuurders van de polders en heemraden en notabelen
naar dit wonder kijken. Er moest nog veel aan dit bouwsel veranderd en aangepast
worden, maar het begin was er en tevens de oplossing voor de vele problemen die
het water ons bezorgden en de boel droog te kunnen houden.
Om deze watermolens zou Holland beroemd worden. Ze waren van groot belang om ons
polderland droog te malen en droog te houden.
(afbeelding 3 - afbeelding van de 1e windwatermolen in
Holland. In de Middeleeuwen uitgevonden door de Noordhollanders ca 1400. Floris
van Alkemade en Jan Grietenz uit Groet)
DEEL 1
DE HOGE EN LAGE WATERMOLEN ANNO 1597 TE PAPENDRECHT
De oudste watermolens in Papendrecht werden gebouwd in ca. 1597. De aanleiding
hiervoor was dat Papendrechters ,eigenwijs als ze waren, uit het bestuur van de
Nederwaard waren gestapt, dit met toestemming van de Staten van Holland.
Papendrecht lag op het laagste punt van de Alblasserwaard en had bij
overstromingen het meest te verduren en vaak de meeste dijkdoorbraken.
Door deze lage ligging werden hier ook de hulpgaten gegraven in de dijk, zodat
het water uit de Alblasserwaard kon stromen. Hierdoor stond de Papendrechtse
polder wel het langst onder water.
In 1573 werd het 1e hulpgat in Papendrecht gegraven na de overstroming van
januari 1573 en dit hulpgat was ca.48 meter breed.
In Papendrecht werden later bij ieder overstroming de volgende hulpgaten
gegraven:
1e 't Waaltje /Oosteind
2e Kraaihoek
3e Kleine Waal /Bosch
4e naast de sluis in Noordhoek
Het polderbestuur van Papendrecht ging zelf voor droge voeten zorgen in zijn
polder, ze hadden het helemaal uitgedacht.
Er werd een boezem aangelegd met een kade eromheen waarin het water opgemalen
kon worden, een molen vliet langs de twee molens en een sluis in de dijk die bij
gunstige waterstand het water kon lozen van uit de boezem naar de rivier de
Noord.
Deze sluis was gelegen naast het hulpgat dat bij overstromingen van de
Alblasserwaard daar werd gegraven.
De dijk werd pas weer herstelt als de Alblasserwaard weer droog was.
De Hoge molen stond onder aan de dijk bij Noordhoek. De Lage molen stond waar nu
het park Noordhoekse wiel is, op de hoek van het voetpad en waar de achterdijk
begint.
(afbeelding 4 - Kaart uit ca. 1830 van Papendrecht bij de
Norodhoekse Wiel. Daarop staan de watermolens de Hooge molen en de Laage molen.
Links op de kaart de eendenkooi van de familie Veth in de polder Nieuwland.)
In 1738 geschrokken na de zoveelste overstroming en de enorme schade en het
langdurig onder water staande polders besloten de Hoogheemraden en
polderbesturen, waaronder ook het polderbestuur in Papendrecht, tot het
uitbreiden van het aantal watermolens, o.a. een groot aantal molens werd gebouwd
bij Kinderdijk.
In 1739 werd besloten de kades van de Papendrechtse boezems te verhogen zodat er
2 boezems (waterreservoir) een hoge en lage boezem ontstonden. En werden de 2
bestaande watermolens opgevijzeld (opgehoogd) waardoor er ruimte kwam voor
grotere zeilen, zo kon er meer water gemalen worden. In een jaarrekening van
1750 van de gemeente Papendrecht staat vermeld wat zo de kosten per jaar waren
van de 2 watermolens.
Aan de molenaar CORNELIS VETH van de Hoge Molen een maalloon van f 108,-
uitbetaald voor 18 maanden.
Hij woonde niet ver bij de molen vandaan, zijn boerderij stond aan de Noordhoek.
Aan de molenaar CORNELIS BURGGRAAFF van de Lage Molen een maalloon van f 90,-
uitbetaald voor 15 maanden.
Aan de rietdekker LEENDERT DEKKER voor het rietdekken van de watermolens f 3,-
Aan de timmerman THEUNIS V/D WERKEN voor reparatie aan de watermolens f 173,-
Aan de houthandelaar JAN VAN GEER uit Dordrecht, hout voor de watermolens f
781,-
Aan de lijndraaier JOOST VAN HOFWEGEN, touw voor de watermolens f 50,-
In 1846 waren de twee watermolenaars van Papendrecht:
ARIE TEEUWEN (46 jaar)
AART DE GROOT (49 jaar)
In 1870 waren de watermolens niet meer nodig. Men ging met zijn tijd mee en het
polderbestuur besloot een stoomgemaal te bouwen aan de dijk op de grens van
Westeind en Noordhoek voor f 9.000,-
Het werk werd aangenomen door Gerrit Visser Meesz aannemer uit het Oosteind te
Papendrecht.
Hij bouwde zijn 1e stoomgemaal samen met zijn zoons Mees, Pleun, Adriaan,
Martinus en Jan. Later zouden er nog vele stoomgemalen gebouwd worden door de
Gebr. Visser aannemers te Papendrecht.
Het stoomgemaal in Papendrecht ("Het Watermachien" genoemd) werd
vanwege de dijkverzwaring in de jaren tachtig van de vorige eeuw afgebroken.
De beide watermolens werden in 1970 weer opgegraven en in kaart gebracht.
De fundering van de Hoge Molen was gaaf genoeg om weer voor een deel te worden
opgemetseld en is te zien langs de Burgemeester Keyzer weg bij de Noordhoek
Een deel van de fundering van de Lage Molen werd in 2009 op verzoek van de
wijkvereniging Molenvliet weer opgebouwd en is te zien in het park Noordhoekse
Wiel op de hoek van het voetpad en de achterdijk.
(afbeelding 5 - Kaart van Papendrecht uit 1664. Met daarop de
korenmolen aan de Kerkbuurt, links ervan staat de kerk en daarnaast 't Huis te
Papendrecht van de Heer van Papendrecht (stadsarchief Dordrecht (Erfgoedcentrum
DiEP)/ archief 3/ nr. 2268 Heerlijkheid van Papendrecht); Kaart werd gemaakt
door Mattheus van Nispen uit Dordrecht voor Cornelis Hoijnck van Papendrecht,
Heer van Papendrecht.)
DEEL II
DE KORENMOLEN "DE HOOP" KERKBUURT TE PAPENDRECHT ANNO 1664.
De eerste koren molen was van hout en stond in de Kerkbuurt (Kerkbuurt 120) in
de 2e dorpskern van Papendrecht met de Kerk, het Huis te Papendrecht, de School,
de Pastorie, een Herberg, een Bakker, een Smid en de Korenmolen.
Op de oudst bekende kaart van Papendrecht uit 1664 staat de korenmolen
afgebeeld.
Deze kaart was gemaakt door de bekend landmeter Mattheus van Nispen uit
Dordrecht. Gemaakt in opdracht van de Heer van Papendrecht Corenelis Hoynck van
Papendrecht die in het Huis te Papendrecht woonde.
De korenmolen zal zeker ouder zijn.
(afbeelding 6 - Korenemolen "De Hoop". In 1746
afgebeeld te Papendrecht door Aart Schouman (stadsarchief Dordrecht (=nu
Erfgoedcentrum DiEP)/DI=Dordracum Illustratum, nr. 2234))
In 1672 en 1680 is molen eigendom van:
ARIE CORNELIS bij DE MOLEN, eigenaar van de korenmolen en woont daar met
vrouw en 1 kind en hij is een heel kapitalist en gegoed voor f 2.500,- en staat
hij op de lijst van belastingbetalers van Papendrecht.
In 1680 is de molenaar van de korenmolen AERT JANS. De molenaar hij woont
bij de korenmolen met vrouw en 2 kinderen en is arm en gebrekkig en staat op de
lijst van bewoners van Papendrecht.
In 1733 is de molen eigendom van LEENDER ROSKAM.
Schout van Papendrecht en staat op de lijst van huiseigenaren in Papendrecht. De
Korenmolen en het molenaarshuis staan op nr. 70 en Leendert Roskam heeft de
molen verhuurd aan:
ADRIAAN VAN GILST GERRITZ korenmolenaar.
Geb: Sliedrecht, hij woont naast de molen.
(afbeelding 7 - Kaart uit 1769 van de dijk van Papendrecht met
daarop de korenmolen, die tussen de dijkpalen 100en 101 staat, aan de
Kerkbuurt.)
* Eed afgelegd voor schepenen 1750-1769 Naam : Huijbert van Oostwijck Datum eed: 15-01-1751 Beroepsgroep : Molenaars en knegs inden Alblasserwaart Opmerkingen : (Papendregt) baas; (Hebben alle den Eed gedaan, uijtgesondert daer anders bij genoteert staat, op den 15 Januarij 1751. Coram de Heeren vander Burgh en Rees) Folio : 09vs (lijst 1751) + Naam : Floris Littooij Datum eed: 15-01-1754 Beroepsgroep : Molenaars en knegs inden Alblasserwaart Opmerkingen : (Papendregt) den Eed [gedaan] gepresesteert den 15 janu 1754 welke hij gedaan had als molenaarsknegt binnen deze Stadt [Dordrecht]; (Hebben alle den Eed gedaan, uijtgesondert daer anders bij genoteert staat, op den 15 Januarij 1751. Coram de Heeren vander Burgh en Rees) Folio : 09vs (lijst 1751) + Naam : Cornelis vander Blom Datum eed: 07-03-1758 Beroepsgroep : Molenaars en knegs inden Alblasserwaart Opmerkingen : (Papendregt) Eed gedaan den 7 Maart 1758; (Hebben alle den Eed gedaan, uijtgesondert daer anders bij genoteert staat, op den 15 Januarij 1751. Coram de Heeren vander Burgh en Rees) Folio : 09vs (lijst 1751) Bron: Erfgoedcentrum DiEP (stadsarchief Dordrecht), archief 3, inv.nr. 3410 (2 à 3 lijsten, beginnende in 1750 resp. 1751) |
* Eed afgelegd voor schepenen 1750-1769 Naam : Floris Littooij Datum eed: 09-01-1751 Beroepsgroep : Molenaars en haar knegts vande Stad Dordregt Opmerkingen : (De Mole de Roode Leeuw) knegt; (Alle de voors molenaars en Knegs hebben den Eed affgelegt den 9 Janu. 1751 Coram de heeren Rees en vanden Brandeler) Folio : 06 (lijst 1751) Bron: Erfgoedcentrum DiEP (stadsarchief Dordrecht), archief 3, inv.nr. 3410 (2 à 3 lijsten, beginnende in 1750 resp. 1751) |
* Eed afgelegd voor schepenen 1750-1769 Naam : Cornelis vander Blom Datum eed: 02-11-1752 Beroepsgroep : Molenaars en derselver knegs Opmerkingen : (Groot Ammers) als koornmolenaar op Groot Ammers (Eed gedaan 2 9ber 1752) Folio : 13 (lijst 1751) Bron: Erfgoedcentrum DiEP (stadsarchief Dordrecht), archief 3, inv.nr. 3410 (2 à 3 lijsten, beginnende in 1750 resp. 1751) |
In 1759 is de korenmolenaar op de molen:
PIETER RIJSHOUWER ARIEZ
Korenmolenaar in 1759 te Papendrecht.
Ged: 11-1-1728 te Heinenoord / Godschalkoord.
z.v. Arie Rijshouwer Cornelisz (korenmolenaar te Heinenoord) en Antonetta
Hartgoet.
Hij trouwt op 18 mei 1759 te Papendrecht met TEUNTJE DE JONG uit Alblasserdam.
(weduwe van Kornelis Blom)
* Eed afgelegd voor schepenen 1750-1769 Naam : Arij Rijshouder Datum eed: 15-01-1751 Beroepsgroep : Molenaars inden Hoexen Waart Opmerkingen : (Goidschalxoort) baas; (Alle de voors. molenaars en knegs hebbe den Eed affgelegt (uijtgesondert daer anders bij genoteert staat) opden 15 Januarij 1751. Coram de Heeren vander Burgh en Rees) Folio : 09 (lijst 1751) + Naam : Pieter Rijshouder Datum eed: 15-01-1751 Beroepsgroep : Molenaars inden Hoexen Waart Opmerkingen : (Goidschalxoort) zoon; (Alle de voors. molenaars en knegs hebbe den Eed affgelegt (uijtgesondert daer anders bij genoteert staat) opden 15 Januarij 1751. Coram de Heeren vander Burgh en Rees) Folio : 09 (lijst 1751) + Naam : Cornelis Leenderts Rijshouder Datum eed: 17-10-1752 Beroepsgroep : Molenaars en derselver knegs Opmerkingen : (Alblas) als koornmolenaar op Alblas (Eed gedaan 17 October 1752) Folio : 13 (lijst 1751) Bron: Erfgoedcentrum DiEP (stadsarchief Dordrecht), archief 3, inv.nr. 3410 (2 à 3 lijsten, beginnende in 1750 resp. 1751) |
Pieter Rijshouwer stamde uit de molenaarsfamilie RIJSHOUWER uit Puttershoek. De
oudst bekend korenmolenaar uit deze familie was CORNELIS RIJSHOUWER LEENDERTZ die
van 1704 tot 1719 korenmolenaar was op de korenmolen "DE LELIE"
in Puttershoek. Zijn nakomelingen waren molenaar op korenmolens in de
Hoeksewaard, Alblasserwaard, Rotterdam en Dordrecht.
Of Pieter Rijshouwer eigenaar was van de korenmolen is mij niet bekend. Hij
wordt opgevolgd op de korenmolen door zijn jongste zoon Hendrik Rijshouwer.
(afbeelding 8 - De grotere in 1813 gebouwde korenmolen
"De Hoop"aan de Kerkbuurt in Papendrecht. Gebouwd in opdracht van
Hendrik Rijshouwer Pieterz, korenmolenaar te Papendrecht.)
(afbeelding 9 - Deel van de kadasterkaar van Papendrecht uit 1832. De Kerkbuurt,
in het midden de Korenmolen, en rechts de kerk.)
HENDRIK RIJSHOUWER PIETERZ
Korenmolenaar op de korenmolen "De Hoop" te Papendrecht in 1813.
Ged: 2-8-1767 in Papendrecht, overl: 11-7-1849 aan de Cholera in Papendrecht.
z.v. Pieter Rijshouwer Ariez en Teuntje de Jong.
Hij trouwt op 26 mei 1805 te Papendrecht met JENNEKE SCHORTELDOEK.
Ged: 22-9-1781 in Papendrecht, overl: 5-7-1849 aan de Cholera (6 dagen voor haar
man) in Papendrecht d.v. Arie Schorteldoek en Jaapje Sprakel.
In 1813 is de korenmolen eigendom van HENDRIK RIJSHOUWER die de oude
molen laat afbreken, om een nieuwe grotere en hogere molen van steen te bouwen
voor meer maal capaciteit. Zijn zoontje Adriaan legt een gedenksteen met het
opschrift:
WELEER WAS IK VAN HOUT |
Wie in 1830 zijn koren ging malen bij de molen moest maalgeld betalen.
Op 21 mei 1830 laat bakker J.C. Bohre twee mud tarwe malen, de 2 zakken met het
merk J.C.B. voor f 1,50.
In 1849 gaat de Korenmolen na het overlijden van Hendrik Rijshouwer en zijn
vrouw Jenneke Schorteldoek in juli 1849 aan de cholera over naar de oudste zoon.
PIETER ANTONIE RIJSHOUWER
Geb: 26 april 1819 te Papendrecht, overl: 26 juli 1899 te Papendrecht.
z.v. Hendrik Rijshouwer Pieterz en Jenneke Schorteldoek.
Hij trouwt op 31 november 1849 in Papendrecht met MARIA VETH.
Geb: 9 mei 1829 te Papendrecht, overl: 28 april 1914 te Papendrecht.
d.v. de rijke griendhandelaar Philippus Veth en Heiltje van der Esch uit het
Westeind.
(afbeelding 10 - De korenmolenaar Pieter Antonie Rijshouwer
Hendrikz (1819-1899 Papendrecht), zoon van Hendrik en Jenneke Schorteldoek;
heeft zich in Rotterdam op de foto laten zetten met een kleinkind(?) en een
mooie molen op de achtergrond.)
(afbeelding 11 - De korenmolenaarster Maria Rijshouwer Veth (1829-1914
Papendrecht), dochter van Philippus Veth en Heiltje v.d. Esch.)
Het gezin woont naast de korenmolen (nu Kerkbuurt 118) en zij hebben 5 dochters.
Kinderen te Papendrecht:
1851 HEILTJE MARIA tr.1878 Jan Visser Gerritz (1852) aannemer te Papendrecht.
1854 PHILIPPINA JOHANNA tr.1880 Leendert de Graaff (1854) bakenmeester te
Papendrecht
1855 MARIA PIETERNELLA tr.1882 Adolf Jorissen (1856).
1857 LEENTJE CORNELIA ongehuwd.
1862 TEUNTJE ANTONETTA ongehuwd.
(afbeelding 12 - De kleinkinderen van Pieter Rijshouwer en
Maria Veth. De foto is genomen in de tuin van de molenaarswoning Kerkbuurt 118
in circa 1910 te Papendrecht. Van links naar rechts, allen geboren te
Papendrecht: Jenneke de GRAAFF (1889), d.v. Leendert de Graaf een Philippina J.
Rijshouwer; Dirk Gerardus de GRAAFF (1887), z.v. Leendert de Graaf een
Philippina J. Rijshouwer; Neely VISSER (1886), d.v. Jan Visser en Heiltje Maria
Rijshouwer; Pieter Anthonie de GRAAFF (1882), z.v. Leendert de Graaf een
Philippina J. Rijshouwer; Elisabeth VISSER (1886), d.v. Martinus Visser en
Adriana van der Graaf; ??onbekend??; Jenneke VISSER (1890, d.v. d.v. Jan Visser
en Heiltje Maria Rijshouwer)
De 3 broers van Pieter Anthonie Rijshouwer
Arie Jacobus Rijshouwer (1821)
Hendrik Johannes Rijshouwer ( 1825)
Jacobus Adrianus Rijshouwer (1827)
vertrokken na 1850 naar Rotterdam en beproefden daar hun geluk als
korenmolenaar.
Tussen 1856 en 1860 werken 2 korenmolenaarsknechten op de korenmolen in
Papendrecht.
In 1859 Overt v Leeuwen geb: 6-2-1837 te Veenendaal.
In 1860 Jacob v/d Bout geb: 17-4-1842 te Brouwershaven.
Pieter Anthonie Rijshouwer behoorde tot welgestelde inwoners van Papendrecht en
zijn naam wordt vaak genoemd in akten bij een aanbesteding als borg voor de
aannemers in Papendrecht.
In 1894 staat hij borg en leent geld aan zijn broer Hendrik Johannes Rijshouwer
in Rotterdam. Die daar een beschuitfabriek wil beginnen, dit mislukte, en de
familie Rijshouwer in Papendrecht kreeg zijn geld niet terug en raakte bijna
failliet.
Kort voor zijn dood in 1899 laat hij zich nog op de foto zetten met zijn
kleindochter in Rotterdam met symbolisch een korenmolen op de achtergrond.
KORENMOLENAARSKNECHTEN TE PAPENDRECHT
Na de dood van Pieter Anthonie Rijshouwer zet zijn vrouw Maria Veth als
molenaarster de korenmolen voort tot haar overlijden in 1914 samen met haar 2
ongehuwde dochters Leentje en Teuntje en met behulp dan de volgende
korenmolenaarsknechten:
In 1899 Jan Hendrik v Tuyl, geb: 14-2-1850 Giessen-Nieuwkerk tr. Cornelia v/d
Stelt.
In 1901 Eimerd v/d Griend, geb: 9-10-1876 te Hoornaar.
In 1901 Jan de Haming, geb: 5-1-1877 te 's Gravendeel.
In 1904 Arie v Vuuren, geb: 27-1-1884 te Goudriaan.
In 1905 Jacob Pieter v/d Griend, geb: 13-8-1883 te Hoornaar.
In 1907 Pieter Jacob Naaktgeboren, geb: 1-8-1888 te Puttershoek.
In 1918 wordt de molen verkocht aan de Papendrechtse aannemer Gerrit Visser
Martz die de molen laat afbreken om er een groot huis (Kerkbuurt 120) te bouwen
.
De molenaarswoning staat er nog op Kerkbuurt 118
DEEL 3
DE TRASMOLEN "DE RUYTER" VEERDAM TE PAPENDRECHT ANNO 1669
In 1653 liet de stad Dordrecht een Veerdam aanleggen, dit in overleg met de Heer
van Papendrecht Cornelis Hoynck van Papendrecht Heer van Papendrecht en Matena,
voor een aanlegplaats van het veer vanuit Dordrecht naar Papendrecht.
(afbeelding 13 - Tekening van de trasmolen De Ruyter aan de
Veerdam te Papendrecht in 1805, afgebeeld door J.C. Bendorp.)
In 1669 laat WILLEM DE RUYTER HENDRIKZ uit Dordrecht de naar hem genoemd
trasmolen "De Ruyter" bouwen.
De molen werd gebouwd op een hoog aangeslibd stuk land bij de Veerdam. Het was
een ideale plaats voor een trasmolen. Direct gelegen aan de rivier de Merwede
voor de aanvoer van ruwe stukken tufsteen die van uit Duitsland werden
aangevoerd met schepen.
Tras werd gemaakt van fijn gemalen tufsteen vermengd met gebrande schelpen kalk
en water. Het was een goede metselspecie wat ook voor de bouw onder water
gebruikt kon worden, dus voor waterbouwkundige werken, zoals funderingen,
bruggen, kelders, sluizen en waterlopen.
In 1733 is de molen eigendom van WILLEM BEY JACOBZ, kapitein der
koopvaardij uit Dordrecht. Deze laat een aarden wal bij de molen aanleggen zodat
de schepen beter konden aanleggen. In 1734 staat in de overeenkomst:
,,Een uytsteck van aerdewerck ter lengte en hoogte van de tegenwoordige
houten brug en ter breete van de oude werff agterwaerts nae den Noort, vermits
de lange Rijnschepen, Drobbers en Samoreusen of "Keulenaars" (een lang
plat houten Rijnschip waarop gewoonlijk boomstammen werden vervoerd) met quaad
weer geen de minste securiteyt om met haar schepen aldaer te cunnen aanleggen ,,
In 1755 is molen eigendom van HUYBERT VAN WETTEN
Op 24 mei1760 verkopen de volgende personen en eigenaren van de molen
JUFFROUW ADRIANA VAN CAMPEN weduwe en boedeloudster van Huybert van Wetten
wonende in Dordrecht en
NICOLAAS V/D BANDT reder/koopman te Dordrecht getrouwd met Johanna Hardus Jansd
WILLEM HARDUS JANZ reder /koopman in zout en suiker te Dordrecht.
MARIA HARDUS JANSD ongehuwd en wonende te Dordrecht.:
Een Wind trasmolen met toebehoren vanouds genaamd "DE RUYTER"
met loodsen, molenaarswoning, stallingen, koetshuis, kantoor enz. gelegen en
staande aan de rivier de Merwede bij de Veerdam te Papendrecht.
Akte gepasseerd bij notaris Anthonie Bax te Dordrecht.
In 1760 is de molen eigendom van NICOLAAS V/D BANDT en WILLEM HARDUS
kooplieden te Dordrecht die de molen hebben gekocht voor f 3.550,-
(afbeelding 14 - Kaart uit 1769 van de dijk van Papendrecht
met daarop trasmolen De Ruyter, gelegen aan de Veerdam.)
In 1792 is de molen eigendom van GERRIT VAN WAGENINGEN koopman te
Papendrecht. Hij heeft de molen gekocht voor f 5.400,-
In 1835 is de molen eigendom van JAN SMITS JZ koopman te Papendrecht. Hij
heeft de molen gekocht voor f 9.000,-
met daarbij een Herenhuis, een molenaarswoning, een boomgaard, een tuin, een
schuur en bergplaats.
In 1835 kwam ARIE ROMIJN als molenaar in dienst op de korenmolen tot 1857.
In 1847 is de molen eigendom van JACOBUS STAPS zeepzieder te Dordrecht.
Hij heeft de molen gekocht voor f 12.000,-
In 1854 is de molen eigendom van DHR SINGELS burgemeester van
Papendrecht. Hij heeft de molen gekocht voor f 11.400,-. Zijn erfgenamen
verkopen de molen.
In 1871 is de molen eigendom van ISAAK VAN DER VELDE aannemer te
Papendrecht.
De molen bleef in werking tot 1889. Maar de molen was niet meer lonend door de
uitvinding van het cement en werd in 1889 verkocht voor afbraak. De bijgebouwen
bleven staan tot 1924
Laatste molenaar van deze molen was JAN VAN LOON van 1857 tot 1889.
Op de plaats van de molen liet ISAAK V/D VELDE in 1910 een villa bouwen,
ontworpen door aannemer /architect JAN VISSER GERRITZ uit Papendrecht. Na de
oorlog was de villa in bezit van de familie van der Pijl en werd afgebroken bij
het verbreden van de Merwede.
(afbeelding 15 - De Trasmolen De Ruyter, gezien vanaf de
Merwede de foto is genomen voor 1889. De trasmolen was gelegen aan de Veerdam te
Papendrecht. Links op de foto ligt nog een voorraad van de te verwerken
tufsteen. (stadsarchief Dordrecht nr. G. 1710))
Gelukkig werd deze oude molen nog vereeuwigd in 1889 door een jonge leerling
kunstschilder VICTOR BRUGEROLLES geboren in 1860 Carcasonne Zuid Frankrijk
overleden in 1937.
Net als vele andere leerling kunstschilders uit heel Europa volgde hij lessen
bij de bekende schilder- en tekenschool "PICTURA" aan de Voorstraat in
Dordrecht.
Hij nam zijn schildersspullen mee uit Dordrecht, ging de pont over naar
Papendrecht om te gaan schilderen daar waar vroeger het veerplein was.
Bij ondergaande zon zette hij de trasmolen "DE RUYTER" op het
doek, met op de achtergrond de stad Dordrecht en een prachtig zicht op de drie
rivieren de Merwede , de Noord en de Maas vanaf de oevers van Papendrecht dorp
aan de rivier.
Het schilderij is in particulier bezit van de familie Visser.
(afbeelding 16 - DE TRASMOLEN ,,DE RUYTER,, AAN DE VEERDAM TE
PAPENDRECHT ANNO 1889 Geschilderd door VICTOR BRUGEROLLES (1860-1937). Gelukkig
werd een van de oude molens van Papendrecht nog vereeuwigd in 1889 door de jonge
kunstschilder Victor Brugerolles geboren in 1860 te Carcasonnes/Frankrijk Hij
volgde schilderlessen bij de schilder en tekenschool ,,Pictura,, te Dordrecht.
De kunstschilder V. Brugerolle zat aan de Veerdam in Papendrecht en hij zette
daar de molen op het doek. Het schilderij is in bezit van de familie Visser.)
KORENMOLENAARS FAMILIE RIJSHOUWER TE PAPENDRECHT&
PUTTERSHOEK
De oudst bekende korenmolenaar uit de familie Rijshouwer woonde in Puttershoek.
CORNELIS RIJSHOUWER LEENDERTZ.
Korenmolenaar op de molen "DE LELIE" te Puttershoek (staat er nog) van
1704 tot 1719
Geb: te Puttershoek, overl 22-2-1719 te Puttershoek.
z.v. Leendert Rijshouwer.
Hij trouwt met BARBER HOUTING d.v. Jan Houting
Kinderen te Putterhoek: Ca. 1685 CORNELIS in 1740 molenaar te Oud Alblas tr. met
Pieternella Matena. Ca. 1690 ARIE in 1720 molenaar te Godschalkoord, Heinenoord
tr. Antonetta Hartgoet. Ca. 1692 LEENDERT in 1719-1732 molenaar te Putterhoek.
CORNELIS RIJSHOUWER CORNELISZ
Korenmolenaar te Oud Alblas in 1740.
Geb: ca.1685 te Puttershoek, overl: te Oud Alblas na 1760.
z.v. Cornelis Rijshouwer Leendertz en Barbar Houting Jans.
Hij trouwt in ca 1750 met PIETERNELA MATENA.
Geb. te Papendrecht d.v. Jan Matena.
Kinderen te Oud Alblas:
1754 CORNELIS tr.1778 te Papendrecht Maaike v/d Steeg.
CORNELIS RIJSHOUWER CORNELIS
Geb: 1754 te Oud Alblas, overl: 9-9-1820 te Papendrecht.
z.v. Cornelis Rijshouwer Cornelisz en Pieternella Matena Jans.
Op 8-5-1778 met attest uit Oud Alblas naar Papendrecht.
Hij trouwt op 31-5-1778 te Papendrecht met MAAIKE V/D STEEG.
Geb: 1744 te Papendrecht, overl: 7-2-1820 te Papendrecht.
d.v. Jan v/d Steegt en Neeltje v Es.
Hij woont in 1820 in de Matena huisnr. 2
Kinderen te Papendrecht:
29-2-1780 | CORNELIS tr.ca. 1806 te Sliedrecht met Neeltje Drinkwaard, overl 20-9-1827 te Papendrecht, kinderen Maria (1807) Maaike (1809) en Pieternella (1811) |
20-5-1781 | JAN |
ARIE RIJSHOUWER CORNELISZ
Korenmolenaar te Godschalkoord / Heinenoord in 1720.
Geb: ca.1685 te Puttershoek.
z.v. Cornelis Rijshouwer Leendertz en Barber Houting Jans.
Hij trouwt op 21-7-1719 te Puttershoek met ANTONETTA HARTGOET.
Geb: te Puttershoek d.v. Hendrik Hartgoet.
Kinderen te Godschalkoord / Heinenoord:
06-09-1722 HENDRIK in 1750 molenaar te Heinenoord.
16-11-1724 ARIE in 1760 molenaar te Mijnsherenland.
11-01-1728 PIETER in 1759 molenaar te Papendrecht, tr. Teuntje de Jong.
24-08-1732 LEENDERT
PIETER RIJSHOUWER ARIEZ
Korenmolenaar te Papendrecht in 1759.
Ged: 11-1-1728 Heinenoord, overl. na 1770 te Papendrecht.
z.v. Arie Rijshouwer Cornelisz (molenaar te Heinenoord) en Antonetta Hartgoet
Hendriks.
Hij trouwt op 18-5-1759 te Papendrecht met TEUNTJE DE JONG.
Geb: te Alblasserdam weduwe van Kornelis Blom.
Kinderen te Papendrecht:
05-02-1765 AAGJE tr. 1792 te Zwijndrecht met Teunis v Os Janz.
16-09-1759 ANTONETTA vertrekt naar Heinenoord.
03-03-1762 ARY molenaar te Dordrecht tr. Kaatje de Hoog.
02-08-1767 HENDRIK in 1805 molenaar te Papendrecht tr. 1805 Jenneke
Schorteldoek.
07-11-1770 JOHANNES
HENDRIK RIJSHOUWER PIETERZ
Korenmolenaar te Papendrecht in 1805-1849
Ged: 2-8-1767 te Papendrecht, overl: 11-7-1849 te Papendrecht (aan de cholera).
z.v. Pieter Rijshouwer Ariez en Teuntje de Jong.
Hij trouwt op 26-5-1805 te Papendrecht met JENNEKE SCHORTELDOEK.
Ged: 22-9-1781 te Papendrecht, overl: 5-7-1849 te Papendrecht (aan de cholera).
d.v. Arie Schorteldoek en Jaapje Sprakel.
In 1813 is eigenaar van de korenmolen "DE HOOP" aan de Kerkbuurt te
Papendrecht en laat een grotere korenmolen bouwen van steen.
Kinderen te Papendrecht:
26-04-1819 PIETER ANTHONIE in 1849 molenaar te Papendrecht tr.1849 Maria Veth.
10-06-1821 ARIE JACOB in 1850 molenaar te Rotterdam tr. Cornelia Wolvekamp.
11-02-1823 TEUNTJE ANTONETTA tr.1849 Leendert v Duren houtkoper te Papendrecht.
24-10-1825 HENDRIK JOHANNES in 1852 molenaar te Rotterdam.
05-04-1827 JACOB ADRIAAN in 1852 molenaar te Rotterdam tr.1851 Trijntje v/d
Kevie.
PIETER ANTHONIE RIJSHOUWER HENDRIKZ
Korenmolenaar en eigenaar van de korenmolen "DE HOOP" de Kerkbuurt te
Papendrecht 1849-1899.
Geb: 26- 4-1819 te Papendrecht, overl: 26-7-1899 te Papendrecht.
z.v. Hendrik Rijshouwer Pieterz (korenmolenaar) en Jenneke Schorteldoek Ariesd.
Hij trouwt op 31-11-1849 te Papendrecht met MARIA VETH.
Geb: 9- 5-1829 te Papendrecht, overl: 28- 4-1914 te Papendrecht.
d.v. Philippus Veth Janz (Grienhandelaar Westeind) en Heiltje v/d Esch Willemsd.
Kinderen te Papendrecht:
24-05-1851 | HEILTJE MARIA, tr. in 1878 te Papendrecht met Jan Visser Gerritz
aannemer /architect te Papendrecht. Geb: 1852 te Papendrecht, overl 1913 te Papendrecht z.v. Gerrit Visser Meesz (aannemer) en Pieternella Vink. |
03-12-1852 | JENNEKE overl: 27-8-1864 te Papendrecht. |
27-06-1854 | PHILIPPINA JOHANNA tr. op 6-4-1880 te Papendrecht met Leendert de
Graaff. geb: 1854 te Dalem/Vuren z.v. Dirk Gerardus de Graaff en Jacoba de Wit. |
19-9-1855 | MARIA PIETERNELLA Tr. op 3-4-1882 te Papendrecht met Adolf Johannes Jorissen. Geb: 1854 te Waardenburg z.v. Johan Gijsbert Jorissen en Pieternella Jannigje van Aken. |
13-12-1857 | LEENTJE CORNELIA ongehuwd. |
12-8-1862 | TEUNTJE ANTONETTA ongehuwd. |
ENKELE KORENMOLENAARS UIT DE FAMILIE RIJSHOUWER
CORNELIS RIJSHOUWER LEENDERTZ in 1704-1719 korenmolen "De Lelie"
Puttershoek
CORNELIS RIJSHOUWER CORNELIS in 1740 molenaar te Oud Alblas
ARIE RIJSHOUWER CORNELISZ in 1720 molenaar te Godschalkoord/Heinenoord
LEENDERT RIJSHOUWER CORNELISZ in 1719/1732 molenaar te Puttershoek
HENDRIK RIJSHOUWER ARIEZ in 1750 molenaar te Godschalkoord/Heinenoord
ARIE RIJSHOUWER ARIEZ in 1760 molenaar te Mijnsherenland
ARIE RIJSHOUWER JANZ in 1828 molenaar te Rotterdam
PIETER RIJSHOUER ARIEZ in 1759 molenaar te Papendrecht
ARIE RIJSHOUWER PIETERZ in1790-1824 molenaar Dordrecht
HENDRIK RIJSHOUWER PIETERZ in 1813-1849 molenaar Papendrecht
PIETER ANTH. RIJSHOUWER HENDRIKZ in 1849-1899 molenaar te Papendrecht
ARIE JACOBUS RIJSHOUWER HENDRIKZ in 1850 molenaar te Rotterdam
HENRIK JOHANNES RIJSHOUWER HENDRIKZ in 1852 molenaar te Rotterdam
JACOB ADRIAAN RIJSHOUWER HENDRIKZ in 1852 op de Noord molen te Rotterdam
(C) Papendrecht januari 2011 H.W.G. van Blokland-Visser.